
alles was ten onder niets nog drooggevallen
omdijkte werkelijkheid waar in land werd
ingericht om ver beneden peil te leven
de herinnering spreekt mij nooit tegen
hier rust op de een tegel tegen over wolkers
de steen die spreekt in wolkenbeelden
zoals boekdelen alleen tegen mogen spreken
met zeker weten waar water aanlandt bij de lucht
een diepe zucht verklaart de tegenwind