je loopt te hoop
op zekerheden
een afgezaagde deurbel
van oververwacht bezoek
het is de schroom die
in je ontwaakt
bloedmooi voor een goed doel
dit is nieuw jaar op de kapstok
en een neer gesmeten mantel
uitgeveegd en je neemt een afdronk
op de afloop
zij moet een vergissing zijn
in het voorportaal
wordt het glas geheven
ik was ® wat uitgesproken over geraakt. Over waarde; wie niets waard is kan waard worden wie waard wordt kan alles worden
woensdag 4 januari 2006
Onderhanden genomen
Mijn handen gewassen
om naar uit te kijken
te kunnen reiken treffen
om naar uit te kijken
te kunnen reiken treffen

gevouwen om de hoop
zo de wil eromheen
geslagen
zo de wil eromheen
geslagen

uitgestoken om het moment
te komen nabij de palmen
te komen nabij de palmen

zo willen ze zijn
vragend zo te zien
ze zijn er
klaar voor
staan ze
hopeloos
vastgelegd
vragend zo te zien
ze zijn er
klaar voor
staan ze
hopeloos
vastgelegd
Waar ik in verbijstering niets versta
Waar ik in verbijstering niets versta
als ik nu naar buiten staar
staat de winter glas helder
krakend blauw voor ogen
een glans van paarse schijn
nabij het eigen gezichtseinder
geeft treffend stralend weer
hoe dagen tellen van de eersteling
hij vertilde zich aan kilometers
zonder enig verstaanbaar woord
een echolood in aarde wal gevangen
peilloos diep bevend op mijn stemgeluid
de nagalm rondzingend onvermogen
waar reeds het eerste licht de kim
doorbrak in het centrum van tijd
geestverschijnsel verruimend gemoed
duister verdringend op mijn eigen huid
hij verslaat mij goed op gevoelige snaren
speel mijn tonen en ik dans de wereld naakt
als ik nu naar buiten staar
staat de winter glas helder
krakend blauw voor ogen
een glans van paarse schijn
nabij het eigen gezichtseinder
geeft treffend stralend weer
hoe dagen tellen van de eersteling
hij vertilde zich aan kilometers
zonder enig verstaanbaar woord
een echolood in aarde wal gevangen
peilloos diep bevend op mijn stemgeluid
de nagalm rondzingend onvermogen
waar reeds het eerste licht de kim
doorbrak in het centrum van tijd
geestverschijnsel verruimend gemoed
duister verdringend op mijn eigen huid
hij verslaat mij goed op gevoelige snaren
speel mijn tonen en ik dans de wereld naakt
Steeds lichter
- al loopt het verder voor mij uit
- en ik daar doorgaans achter
- blijf ik hier vandaan gaan
- steeds vaker licht kalend
- en lichtvoetig door de jaren
- op spoor gezet mijn tippelzone
- deze weg vervolg ik allicht
- de kurk was al van de fles
- en loopt het leeg al loopt het los
- het water stroomt de badkuip
- uit
achteruit ziet het weelderig groen
maar toch herinner ik mij
zomers vol koekoeken en
weiden groen er voor
aan mijn voeten loopt het los
met het landschap door elkaar
genomen rechte getrokken
en wat propperig de bomen
het groen tussen hun tenen
vertellen dat het essen zijn
blozend rood het korstmos
ik dwaal verder met spaarzame haren
uitgewaaide jaargetijden als oude kranten
ik zie nog de koppen in het water
verzopen of heet dit nu bezopen
verleden tijd verwrongen beelden
en toch herinner ik mij nog de koekoek
het jong dat onheilspellend bedreigt
het nest verlaat dit om te overleven
ik ben alleen begonnen dit nieuw jaar
zomers vol koekoeken en
weiden groen er voor
aan mijn voeten loopt het los
met het landschap door elkaar
genomen rechte getrokken
en wat propperig de bomen
het groen tussen hun tenen
vertellen dat het essen zijn
blozend rood het korstmos
ik dwaal verder met spaarzame haren
uitgewaaide jaargetijden als oude kranten
ik zie nog de koppen in het water
verzopen of heet dit nu bezopen
verleden tijd verwrongen beelden
en toch herinner ik mij nog de koekoek
het jong dat onheilspellend bedreigt
het nest verlaat dit om te overleven
ik ben alleen begonnen dit nieuw jaar
Neigen
Aan de zomen tikt
de regen langs mijn jas
stijf aangevroren staan
mijn handen van mijn lijf
de bomen aan de verte
doen nog moeite
in het neigen met de kronen
in het duister
aan elkaar geslagen
het is langzaam vandaag
ook mijn bed te traag
al slaap ik met het mes
nog op de keel
ontwaken doet het weer
en wrijf het morgenrood
mijn ogen uit
de regen langs mijn jas
stijf aangevroren staan
mijn handen van mijn lijf
de bomen aan de verte
doen nog moeite
in het neigen met de kronen
in het duister
aan elkaar geslagen
het is langzaam vandaag
ook mijn bed te traag
al slaap ik met het mes
nog op de keel
ontwaken doet het weer
en wrijf het morgenrood
mijn ogen uit
Abonneren op:
Posts (Atom)
Over mij
- ®
- Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.
katalogieën
- Abnormatief gekader (3)
- andersoortigsloven (3)
- Dood in de pot (3)
- gevogel (1)
- godsgeklaag (12)
- in de wolken vrienden (5)
- klad - block - nood (2)
- LeTtErPoDiUm (1)
- lukraakstad (2)
- nieuwsgaren (1)
- noordpolderzijl (7)
- ode wie ode toekomt (17)
- opsmuk (7)
- schotschrift (1)
- Sentiero degli Dei (14)
- Spelen met water (4)
- spin nieuwsgaren (11)
- te gek van woorden (2)
- te gek voor woorden (4)
- Uit-gerookt verleden (2)
- Verneukt (10)
- Whale Wars (1)
- wolkenmassa (3)
Links ter rechterzijde
Blogarchief
- ► 2009 (378)