ik was ® wat uitgesproken over geraakt. Over waarde; wie niets waard is kan waard worden wie waard wordt kan alles worden

vrijdag 30 december 2005

Eindejaarsuitkering

Onze Vader

die in de hemelen zijt,

Uw Naam worde geheiligd;

op de rand van het ledikant
ik leerde er het bidden af
en vroeg op blote knieen
niet meer dan een bijbel
tekst voor geloof en hoop
op wat je achter liet
een oorvijg op mijn ziel

Uw koninkrijk kome;

Uw wil geschiede,

ik plakte er een sticker op
zo fel gebeten als ik was
op goed gemerkte breuken
kruipt het gevaarlijk dicht
tegen het hart het klopt
ook dat er breekbaar staat
met eenvoudig teken

gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.

Geef ons heden ons dagelijks brood;

en vergeef ons onze schulden,

god is nog nooit zo bij mij
geweest de openbaring
zocht ik in verstand
en verloor daarmee
mezelf ook in woorden

gelijk ook wij

vergeven onze schuldenaren;

en leid ons niet in verzoeking,

maar verlos ons van de boze.


het deed pijn maar het genas
de wonden waren niet van vlees
noch bloed eruit alleen een schimp
scheut scheurde als laatste kalender
blad van mijn jaartelling af

Want van U is het koninkrijk

en de kracht en de heerlijkheid

in eeuwigheid.

Amen.


memoirie


ik zit terugblikkend in het hoge riet
een jongenshand voor lul gezet
speelt zich op lieshoogte klaar
de kuiten roodgeneden op de scherpte
striemend in het ritmisch bewegen

nog aangebonden schaatsen
zij bij elkaar haar handen koud
bevroren witte pluisen wol
haar buik bleek maar minder sneeuw
een vlucht regenwulpen uitgelezen

zij aan zij hij genezen zij ontdaan
het paarde beter in onze dromen
zij baande verdergaand succes
vaderschap en moederszorg

maar met weten van de kilte
die met liefde is omgeven
bleek zij met menstruatiekrampjes
nog aan zijn handen van de eerste keer
het riet in de oever brak er zwom
nu een eendenkoppel in een vredesteken
oppervlakkig is dit een waterspiegel

Ergens op de valreep


Dwars door de achterruit blik ik terug op het verleden
het gelopen pad een vergeten spoorvorm ooit heden
een zwarte weg zoals asfalt altijd blinkt in zilverregen
stralend zelfs licht blikt mij dit waardig goed verkregen

ik geef geen krimp met het wit in het midden voor ogen
mij blijkt om een horizon te weten zonder regenbogen
waardig treden de laatste dagen koud naar de jaargrens
mijn geweten tijd is al breeduit op goed geluk een wens

hier vangt een wildspiegel mijn toegeworpen dimlicht
de berm schrikt op bij zoveel haast om voort te snellen
ja dagen korten niet meer met het maagdelijk landschap

op het oog heb ik juist ingeschat een te hoge vistrap
daar ligt de ijsgang weelderig bitterzoet in waterwellen
dit is een ontsnapping in het stroomlint naar einderzicht

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Blogarchief