ik was ® wat uitgesproken over geraakt. Over waarde; wie niets waard is kan waard worden wie waard wordt kan alles worden

woensdag 13 februari 2008

Opgerot

zo'n 60 op z'n minst om te bezien
dat ik de rottigheid in het verval
wel mis waar alles zo netjes is
boeren steeds meer buitenlui
en buitenlui slechts poetsers zijn

zelfs waar het rot de dienst uit maakt
de geknechte stobbe toch verkleind
uit het oog onttrokken werkelijkheid

niet door het verrot vergaat maar
gewoon beheersbaar vergrast
blijf ik in Bloemkampen niet blij
verrast steken op het speenkruid

met een te vroege dotter in het geel
scheelt het niet veel of is aangelegd
in eeuwen oud eshakbos een doorn
in 't oog de braam die steekt teveel
___________________Bezoedeld________________________
Vanmiddag rond 2en begaf ik me richting Hierden (door Frankrijk) om even de Bloemkampen aan te doen. De waan van 10 jaar geleden lag me nog vers in het geheugen. Zandweggetje, half verhard met wat steenslag, een Sbb hek wat geen onderhoud meer blieft, snotpadjes en absolute rust. Dit alles even als het metaforisch angstzweet wat me uitbrak bij het lezen van een beleidsnotitie over landinrichting, natuurontwikkeling en missende schakels.
Meestal eindigen dit soort notities in harken en verharden. Overal waar iets bestorven is, en de natuur zijn loop dreigt te nemen, hebben we wel een natuurovergeorganiseerd verband dat wel weet hoe te handelen naar deze tijdgeest. Ja, ik ben ook lid van al die clubs; want het kan nog erger als een "landschapmakelaar" ter houd van zo'n gebied zijn witte schimmel er op los laat.
Halfnatuurlijke landschapjes uit een vorige eeuw schijnen een tekort opgelopen te hebben met onberoerd laten. Verharde fietspaden, ver- en gebodsborden, beschrijvingen wat je zoal niet ziet mis je en dat zijn ze komen goed maken.
Dit dus allemaal in het verschiet onderweg met Kattoo naar "Het grote weiland" en het nog mooiere eeuwenoude essen hakhoutstruweel "Bloemkampen".
En verdomd als het niet waar is. Tegen de verkeersregel , "alleen toegang voor bestemmingsverkeer en fietsers" toch het pad ingereden. Daar met omzwerven langs vele andere "Zuiderzeelanen en wegen" er geen mogelijkheid was tot bezoek aan het mij zo geliefde essenstobbenbosje.

Ik werd opgewacht door een bloeiende Dotter (de 1ste?) en ook het geel bloeiende Speenkruid. Verder verraad het versje wat ik zoal ervoer met de staat van onderhouden

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Blogarchief