ik was ® wat uitgesproken over geraakt. Over waarde; wie niets waard is kan waard worden wie waard wordt kan alles worden

woensdag 30 april 2008

het staat gekerft














wat steekt er achter het hart

dan een vlijmscherp knipmes
dat uitstekend de bast kerft

had het half af zichzelf verpand

Hebben wij ons best gedaan

de vader slaat zijn kinderen
op voor eigen gerief
een oorkonde voor lief
dat daglicht niet verdraagt

de basale ontkenningsfase
ontketend na de openbaring
van jaren onvoorzien genot
samenleven geeft weerzin

samen leven heeft weer zin
waar het slaagt te achterhalen
hoe de scheppingsdriften
weer in elkaar steken

als pijnlijke kinderschare
hebben wij ons best wel
toch niet goed genoeg gedaan

want hij die het allicht niet kan
verdragen steekt zijn hoofd
onder stoelen of rechtbanken

dinsdag 29 april 2008

Van kloten en debiel*

op apen gapen want opzouten is te conserverend
constaterend net niet genoeg voor oprotten
de schil verrimpeld zienderogen als overtrekken
ook overdreven is van flauwte carbonpapier
uit een stenenbeeld tijdperk van het zwart wit
dat schitterde voor ogen die kleur weergaven
wat nooit terug gelegd werd

onkieze mannen spelen na enig verweer
tegen de repliek of zieker het publiek
van oude knarren krassen na
opgespoord tot gratis leed
verwikkeld maar onverkwikkelijk
verhaallijntje pijn met oude lullen
vers geperste zaadcellen die nooit
te nimmer ontkiemden
dan op een DVD wat voor schut staat
door vervelen dood verklaard

*
Voor
Progressief
Reislustig
Ongerief

zaterdag 26 april 2008

Afgerukt

steeds vaker verder trekken
iedere waan van dag tot dag
tot droombeelden er uit reizen

ontgoochelde opnamen die lijken
gestorven ontnomen van de jeugd
zonder dat daar achterhaalt
nu na gejacht er zijn geweest
vast gelegd en snel verklaard
in foto album beelden vol
verloocheningen van die ik
die daar waar je de vinger oplegt
staat uitgedrukt en is geweest

zo alles uitgerijst achter de rug
nu goed gebakken daarbij zit
met ja ik was toen een illusie
rijker armer nu de wereldwijzer

stevig in het zadel alleen
nog thuis op de canapé

de wereldwijzer staart
bevlogen uit zijn ogen

donderdag 24 april 2008

ver beneden peil

dit land is blijven liggen
op het punt waarop het rust
het droog viel en zich gedroeg
ver beneden peil met huizen
hoog verlangen tegen schulden

---
maar voorzover het oog neigt
is hij die slechts op ons neerkijkt
niet verder dan zijn hand reikt
de scheppingsdrang vergeten lijkt
een keurslijf heeft weinig meer
in dit verschiet dat alles
wat ons verdriet

woensdag 23 april 2008

Een huisje met een ver - gezicht

Ik steel wel eens een plaatje van de lucht
gewoon om de omgeving te behangen
met wat er aan de kleefstok kleeft
blijft hangen in bekoren op het oog
van gisteren bijvoorbeeld een beeld
dat je gewoon van steen alleen weet
langs de rand geschoten op een einder
van een leegte die stralend heet
een bijzonder vergezicht

dinsdag 22 april 2008

Het substantieel

Ter overweging viel de lering
getrokken uit een wijs besluit
beraad om ooit op de schreden
terug te treden terug te trekken
het relaas van de bewaarheden
hoe de klucht beklijft uit verleden

Het leeslint

het boek als eiland met een verwijzing
een notitieboek met bladwijzer
vooral kom ik op dat punt
uit waar ik verbleef
pal voor het afronden
telkens weer beginnen
waar het einde ligt

nooit vergissen met verwijzen
tenzij ik vergeten ben
me neer te leggen
op dat punt waar ik
gebleven was
waar ik ben aangeland

dan loop ik achter
met opzoek gaan
naar het verleden
waarin ik las
en was gebleven
ben blijven steken
voor het leeslint lezen

De leuning

verschaf haar steun
met het bestijgen
van de trap
naar omhoog

of naar beneden
een steun
houvast om het even
tree voor trede
haar voeten
te bewegen

verlegen om het even-
wicht te verdelen
dat telkens een been
hoger aanbiedt

hoe anders toch
te weten dat zij
eerder door rasse
schreden met beklimmen
deed door vele treden
versneld te nemen

in het hoger komen
het hogerop komen
voor jij het weet

vrijdag 18 april 2008

Het klopt van geen meter


Dit sonnet is in opspraak

woord voor woord door braak

rijm op schema gelijk'n trein

orakel vers dat moet zijn

speelt zichaf als diepe kras

gelijk de grammofoon ooit

happerend van tik naar nooit

bejaard oor weer in zijn sas

wat klopt er toch aan naalden

op papier dat telkens weer

verveeld weer rijmt op klop

lettergreep kijk uit je dop

ze proppen fratsen in leer

waar mv lijk weer faalden

donderdag 17 april 2008

't is uit gekomen

van hoe hij kwam uit een ontzet verleden
zijn handen beefden in een terug blik

alsof beschreven dat een koude oorlog
meer nog dood liet vriezen dan nu nog
met hem leeft

begaan is hiermee een lotgeval
dat ternauwernood genoot

want er is niemand
die bij uitstek leeft
in een verholen
ogenblik

In't licht van velen

valt veel te dulden met makke rechtschapen-
en en lammen onder ons en rondom een plat
geslagen groene weelde waarop de aftrap lag

bedacht beducht nog het gerucht van vuur
aan de schenen gelegd door de vaandel-
dragers van de lust en last die spelende
met de schare verveelden de vlucht nemen

opgezadeld met de kielzoggen van zielen-
togen pogen nog de rappe benenwagens
de strohalmen te betreden met kreten
voorwaar de tegendelen van massa's

vleeskuipen vol schreeuwende kelen
uitgelezen melkvee dat uitstekend
leidend de gekte van de slachting
overleeft een knieval in een oogwenk

woensdag 16 april 2008

Een steenworp afstand van eeuwig leven

pal voor mijn voeten
waar m'n oog opvalt
een bloedrode mede
klinker zo'n gaaf rond
brokje afgesleten ijs
tijd dat zich nog steeds
voort beweegt gelijk
de eeuwigheid gestold
verharde gladde huid

hierin weggelegd zal't
stuiteren op dit tijds
gewricht in mijn hand
houd ik met liefde vast
dit samengebalde beeld

dinsdag 15 april 2008

Goddelijk genot

Van deur tot deur werken
de vrouwen van jehova
de buren af met schellen
in alle toonaarden

De vrouwen van jehova geloven
en laten mij geloven wat liefde is
in de heer

de vrouwen van jehova zijn zwart
wit in het bedrijven en bedreven
ingegeveen door het woord van de here

De vrouwen van jehova laten bellen
rinkelen al sprekend over mijn heer

de vrouwen van jehova loven
in het prijzen alles met wat zij
laten zien uit de naam der here

de vrouwen van jehova schikken
in de minne zich in de kleren
waar uit alles wordt vergeven
uit de naam des heere

de vrouwen van jehova laten deuren
openen in ene keur van wolkenzachte
taal liplezend met de heer

de vrouwen van jehova sloten bij't
ontsluiten van de wachttoren niets ontziend
van deze heer in goddelijke oorsprong

de vrouwen van Jehova ik prijs
hun heren dat zij ze hebben laten
los lopen opdat het zo is gelopen
uit de naam van onze lieve heer

Goede bijt met stevige afdronk

Met een lichte voorkeur
voor de afkeer
went ie zich
bitterzoet tot rood
van de nasmaak af

de toon daarbij gezet
het goede verwoord
opnieuw gelagerd
met rondom huigen

daar spant het om
geen klankkleur meer
dan is beslagen

van de tongriem los
het gesneden vers
spraakmakend

donderdag 10 april 2008

Ode aan de bedelstaf

zij sporen niet met onze gewoonten
huis aan huis dakloos
met blaadjes aan de man brengen
bij de super om de hoek

een straat aan de winkelwagen
afgeladen dendert
de welvaart langszij
afgemeerd staan zij daarbij

is dit de bedelstaf
gelijk aan goed bedoelde blinden
voor de knipperende remlichten
met stoppen ver voorbij het optrekken
om ongelukken te vrezen

of is dit om de looie duit
uit te geven aan de knuist
die welgeteld wat kinderhanden
in dit thuisland te eten heeft

het leeft

dit alles voor een toekomst
in een land wat ons ook toekomt

nader dan de rok het ui bekneld
welvarend laagland in armoede herdacht
hoe te na arm lastig is te verdragen
met blikken die een omgangsvorm vragen

kruisen overwegend doet kop of munt
nog een duitje in de zak
of gebarentaal die uitgelezen
stil staat in de straat van welbehagen

dinsdag 8 april 2008

Uitgelezen vruchtvlees

De tijd vreest alle wonden gelijk
bindweefsel tegen het bloeden
genezen staat er dan te lezen
onbegrepen opgelegd litteken

een cel die deelden
tot menigvuldig
denkend wezen
wonderbarende
voortplantend
tijdsverschijnsel

lange woorden in een kort verband
leggen leven vast tot samengevat
het een geheeld wezen wordt
een voedingsbodem voor wormen
aardsvrienden die smakelijk eten

van het stof beslagen


te ijs komen
op de laatste zinsnede

de toets lag op de half
bespannen snaren
licht beroerd of teveel
onberoerd gelaten

tot bloedens toe ooit
de vingertoppen
vals bespeeld

de aanslag in alle toonaarden

alsof het gedrukt staat

schrijven zij
de kortgerokte uien
woord voor woord gewikt
gewogen overwogen
krampachtig op de regel
geen boodschap dubbelen
tegen het wegen
met wat te wikken
valt al dicht te lezen
ze vatten meer nog
bevatten veel meer
zonder hetzelfde
te weten

_______________
komt jubelend tot klagen


anders
------------------
schrijft zij nog koket
in kortgerokte uien

woord voor woord
gewikt over gewogen

krampachtig op de regel
met de gebroken rug

uitgevoerde boodschappen
dubbelop tegen wegen

met wat te wikken valt
al te gedicht te lezen

ze vat meer nog
het bevatten samen

veel meer zonder dit
hetzelfde te weten

liefdeloos voor't leven
of voor 't vergeven

hoe zou 't zijn
haar te zijn
haar beschoren
schoot om 't even
om daarvan leven

maandag 7 april 2008

Opgenaaid

Ze zegt nog zo
dat zal het wezen
stiksel als metafoor
gewoon slikken
en laten stikken

wat verwacht je
van zo'n knaap
verstijft nog even
en verdwijnt

de scheuren gedicht
maken veel woorden
vuiler is niet mogelijk

Hoog noordelijk

Een huis waar niets meer om verlegen is
met eik en winterhard omgeven
groen tussen de akkers welgelegen

opgetogen slingert zich een pad bijna omhoog
in dit vlakke land waar met een wijds gebaar
de witte gevel van het kleine leven weer wordt

gegeven in dit land dat gebukt staat
onder het wolkenmassief
met een overdaad aan licht
verblindend zwart wit
bijna zijn populieren prijs geeft
op de grens waar water aan de lippen staat

woensdag 2 april 2008

Duitsland

het ruige land houdt meer de koude vast
dan het naastliggend geschoren groen


zo dampt het bonkig of begroeid met wild gewas
of stoppels van afgestorven resten
op een helder moment tussen de mistbanken
rust het grasland warmte absorberend
groen nu enerverend wat vroeger
zenuwslopend het verdwijnpunt betrof
als een grijze wolk tussen paal en perk
nabij strak in het gelid staande knotwilgen
herinnerend aan het voortschrijdend
inzicht want ook in Keulen bloeien narcissen
langs de snelwegen tussen veel vergeten stroken
landschappen als nabeelden van een oorlogsverleden
want zie nu de dames zij vermaken zich
met reeën in het verschiet
een veld van wijds verlangen

ze hebben angstvallig
ingerichte moestuintjes
naast nieuwe natuur
een onvergetelijke deken
zonovergoten passen op
deze gewaarwording

God en zijn gebod; het schuim der aarde

(deed hij dat maar eens; gewoon een bod uit brengen op leven)

god en zijn gebod, geen groter genot
om door de jeugd verzot de spot
te drijven met gelijk de lust
uit de lendenen geblust
op woeste baren
na negen maanden
verdreven levend
het bewijs ontsnapt
uit de schoot bevrijdt
wordt van de dood
een geest verzonnen
te groot voor vlees
alleen niet kan beklijven
dan met zweterig verstijven
de liefde weerom te bedrijven
nooddruftig voortplantende lijven

Het kan alle richtingen uit wijzen

Zoals ik

maar naar tevredenheid
gericht ben ik dik tevreden
met smeden van het snode

van plannen die mezelf raken
betreffen met overtreffen
van mijn ik groots zoals ik

alleen kan zijn
een hekwerk van het smeden
plannen tegen overtreden

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Blogarchief