
god en zijn gebod, geen groter genot
om door de jeugd verzot de spot
te drijven met gelijk de lust
uit de lendenen geblust
op woeste baren
na negen maanden
verdreven levend
het bewijs ontsnapt
uit de schoot bevrijdt
wordt van de dood
een geest verzonnen
te groot voor vlees
alleen niet kan beklijven
dan met zweterig verstijven
de liefde weerom te bedrijven
nooddruftig voortplantende lijven