het laat geen tekenen na op de huid
mijn klok bevestigt dit het tikt al jaren
na in de keukenla
omdat ik tijd heb afgeschreven
zo bouwen we huizen om de camera
van oerkracht juist door de titaan
die weergeeft wat ook kunststof doet
met opwaaien van de speelse zinnen
kleuren schetst in taal van nu
spreek het uit als nul met enen
vergeet hoe kostbaar het bezit
de drang doet tot het nemen
de vrouw klaagt er steen en been
dat het hart niet als gestaald kader
uitblinkt in luchthartig wezen
staal dat geronnen wordt als bloed
met nagels uit de bodem geput
dringt door in iedere oorschelp
die horen wil hoe luid en duidelijk
het onschuldig schaap zich verkoopt
verlustigd aan het gif dat aderen doet
laten waar het allemaal omdraait
vergiftigen omwille van vergiffenissen
dunne laagjes werkelijk slijtvast
om de jaren heen gesmeed
waar in voeger jaren goud
de lijst versierde van het kruis
nu weerbaar, onverweerbaar
het titaantje van de man
die de vrouw versieren kan