ik was ® wat uitgesproken over geraakt. Over waarde; wie niets waard is kan waard worden wie waard wordt kan alles worden

dinsdag 14 oktober 2008

De gramsvogel. Water aan de lippen, 2

de nacht werd wat vroeger dan verwacht
een kille aangelegenheid met overvliegen
bracht nog bleek later maanlicht
lichter dan verwacht een schemer
het schermutsel dat plaats vond
op een verlichtend stoppelveld
met heiligenschijn op aantocht
kroop wat mistig nevel rond

schimmig maar grimmig
brak eensklaps een stilte door
een enkele oogwenk in gegeven
het kraakte wat met het skelet
de losse delen en wat verenpracht

hier stond ie dan in vol ornaat
te prijken met zijn hanenkam
de gramsvogel die zijn gelijk kwam halen
wachtte niet niet op maar werd opgewacht
op uit de kluiten gewassen aarde

een modderbad zoals verwacht
schepte hij met al zijn keelkanker
rondstrooiend de volgroeide cellichamen
besmettelijk dat zelfs de pestvogel
er niet meer uit zag dan de merel
toch een hele kerel van voormaat

spreeuwen ontwaakten veronwaardigd
schreeuwend om wie de moed had
de rust te breken op een nanacht
vol omvolkomenheden werd tot ramp
ook het kauwtjesvolk wakker
het laaide op in dikke nevel

niemand die dit nog voorzag
hoe toch de stilte was gebroken
geen aanleiding werd ongemoeid
gelaten met gevogel naar de waarheid

wie was de gramsvogel danwel
een misspelde kramsvogel
te vroeg uit het hoge noorden

de kruisbek trok zijn snavel krom
in een een vraagteken
de reiger net een kikker rijker
die gebelgd uit de roes ontwaakte
voor de winterslaap nu eeuwig rust vond
spitsvondig met een mondvol
bedacht de reiger verrek ik word
langer van verwacht

meeuwenkolonieën afgeladen met visdieven
spraken schande in een schreeuw
hoe had het zover kunnen komen
een gram halen met zoveel kabaal

op de stille aftocht ergens achteraf
bij lutje borg prevelde de kerkuil zacht
ik behoorde iets te knappen maar brakaf
dus bij het krieken moet ik dit wantij keren
met de torenvalk die kan immers bidden

ware het het dat deze grote boodschap
geheel verorberd werd al prekend door de vos
met veel passie voor het passief gesnater
wat ten velde bleek

in verte ver van hier lag nog een oplossing
in het verschiet met de kiekendief
die blauw nog zich op de wieken begaf
naar dit wild en bijster ongemak

hij was de gramsvogel spuugzat
zeer in de wiek geschoten vloog hij af
op weg naar dit stuk onverlaat
dat om niets staat uit te kramen

de inmiddels geheel afgebroken nacht
vol schaduwbeelden wachtten af
hoe op een oortje na geveld
de roofvogel eieren had gekozen
voor zijn part nam hij deel aan slachten
hoog verheven met grote vleugelslag
werd de vlegel op de korrel genomen

wat later bleek een jager met zij weitas
had zich ook stilletjes laten horen
een knal en vonk zo hel als vuur
met kruitsporen beladen
ontbrandde het schot hagel

velen bleven naderhand daarbij
het betrof alleen de gramsvogel
waarom nu in braad ook anderen
zijn opgenomen ongewild bejaagd
was de schutter uit zijn somberheid
ontloken en stram in lijf en leden
afgedropen van het bloedbad
waar in de modder was veranderd

daags na het gebeuren was geen vogel meer
aan het filament die had gesnopen
breek mij de bek niet open
wat in godsnaam gelijk behalen heet
is niet meer dan een slachtveld
waar de boer op dorstte en
wat alleen maar mais betrof
lag nu bedolven onder de veren
waar iedereen te rusten lag

afgestorven werd met nieuwe maan
het duister weer onthuld
waarin iedereen hiernamaal
niet meer dan een vleugje herinneren
als snufje zout op het spit geregen
zich liet verleiden tot een laatste frisse hap

koude lucht was er uit gehaald
en men sliep in wilde dromen
vannacht maar even uit
de gramsvogel heeft zijn gelijk
niet behaald met wat geneuzel
muizenissen waren niets voor hem
als zaadeter was ie dat even vergeten

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Blogarchief