onder het hemels opgaand gewelf

ontwaken uit een slaap
die de nacht naakt
achter je laat zo
licht verslaafd
een koepel beeldt
het heelal gelijk
mijn koplamp spiegelt
in de wolken weer
gegeven waar ik achter voort
gedreven
de vaart voor minder
al afneem zo zeker
als de dag aanvangt
een beker van vergiffenis
die op het oog van gister leeft