toktok tok in het kippenhok
opgehokt droomt zij wat opgefokt
het haantje lokt van vreemde verten
maar de ren zit nog op slot
voor je't weet
haar eierstok verrot
kakkelt zij over het genot dat mannelijk
schoon haar schenken moet
zo zat
beschonken kuikenbont dat lonktwil zij de daad gaan foppen
door met eerder opgehokte eitjes
hem te bedotten hoe draagmoeder
zij een koud kunstje flikte
onverschrokken hem haar hard
gevroren eitje tikte schonk de dag
die brak de schalen op
waar zijn schellen bij hoorden