ik was ® wat uitgesproken over geraakt. Over waarde; wie niets waard is kan waard worden wie waard wordt kan alles worden

maandag 30 november 2009

Verdamme

De stilte stond op het bord
alles in zwartwit gezegd
werd verzwegen het herenleed

zet voor zet voorzet gepleegd
vakwerk voor de stenen
die vreemd genoeg bewegen

om enig verband te leggen
wat nooit vanzelf bewezen
staat mat of pad uit te lezen

met vreemd genoeg
steeds leger gegeten
bord wordt afgelezen

)hij speelt leuk gitaar
tot slot vandaar(

zondag 29 november 2009

Door werkend water

Posted by Picasa

Het diep verontdiept in trager water
steen voor steen wordt zichtbaar weerlegt
ooit gevoegd tot schamel woonstede
rust nu tot puin verheven
de armoede uit grijzend weten

de oude mannen gebukt onder de rede
gympen gestoken onder trainingspak
van het hart benomen vluchten
rennen in hun monsterlijk lijf
langszij voor 't stilstaand breken

kijk hier rust het gebroken verleden
in die zin begrepen staat de tijd stil
waart het herinneren nader
tot bepaalde waarde ooit
van de beleefde landarbeider
met eelterige beende hij
zijn onderkomen verlenend
kroost waar ik ook uit bestond

Hol land sneller achteruit.


Het lage land
de hoge zee
daar tussen
zwalkt
een duinenrij
mee op de golven
van het klimaat
o wat blij o wat blij
rustig deinen
duinen deinen
heen en weer
weer en heen
heinden heen
heinden terug
adem van heelal
blaast rust en rustig
weer en heen
een duinenrij
een deinenrij
helemaal alleen
maar morgen
slaat een schip
op hol en vliegt
er overheen
de duinenrij
de deinenbrei
met mij erbij
hansop het schp
een hol een vlucht
een optocht door
en door ik ga ervoor

zaterdag 28 november 2009

Hoer zoekt trouw

met enige verdieping werd onze vrouw bevrijd
in haar rode mantelpak klaar gekomen met uitpakken
de koning te rijk in het maagdelijk dom houden

dit alles vandaag waar de lieve schrijver met oppomporgel
voorbij sint maarten met heel zijn hart op z'n boerenfluitjes
opnieuw gereformeerd verneukt en van de wijs verlicht
zijn deuntjes afrekent op bespeeld verleden

Er zijn wat vragen over gesteld, bijgesteld, opnieuw herstelt
in een wetenswaardig kader van de koude kermis thuis
of gewoon te scheterig voor oren besmeert met snot

ik zag een pasfoto van een moordenaar netjes gekapt
met als ik het goed lees canadees goed voor vele wezen
oogt iets te vriendelijk voor een afgebeulde dadiger
die de plank ooit mis slaat nu een spijker op de kop raakt

ik zie zandkastelen eroderen als hete gebakken lucht
zo goed als gesluierd ontwaarden in een alle oliestaten
vrije zones maar niet te westelijk bedoelde sexbelusten
wel voor stinkende geile kapitalen en andere vandalen

de scheurkalenders emanciperen gelijk het vrouwelijk geslacht
tot bedrukte velletjes losse kreten per dag voor de stoelgang
goed te lezen van hersengym tot hersendood gedicht of
op de toekomst toegesneden groenste links uitgehoekte agenda

nu nog even tot slot voor slachtoffer spelen die driemaal daags
voor haantje speelt in het verleren van het schrijvend klein ongemak
dat alleen aan de tuintafeltjes valt af te lezen op een oorkondetje na geveld
behang dat de geest der letteren op slag tot dag-boek ontzag

't zal de vis slecht bekomen

Die zalm is geen knip
voor de neus waard

zo vol groenlof de zee
uitgeprezen glad bealgd
spijsverteren op z'n leenbank

Specifiek toegevoegd vraag _ teken

Eventjes
op mijn gemak gezegd
wat nauwgezet bekeken
dat wil zeggen
voor een wijl
een kort moment
een ogenblik
een glimp van blijkgeven
meer wil ik eventjes niet
van zeggen zeg
dat is genoeg gezegd

het wel eventjes

voor dit moment

of welletjes
om het even

Vergist in mij

Wat te laat bekomen
toch wel onder druk
raakte zoetaan wrang
uit rozen gebotteld
tot fruitige drup
in de regen nat
beschonken dronken
van vervlogen vreemd
vogelend gedrag
waar uitpittend
spuwend ik vermag
valt te zeggen dit
was ik en dat was
m'n liederlijk gezag

Zie aan

Kijk straks bloeit het voorjaar weer
open van wonden door de koortslippen
verwoordde uren in de kou te staan

trekt aan de knoppen al te zeer
tot uitstekende lentetuilen
vol en snedig op de kerf

scheurt het zwart in geel
de aarde weer tot leven
alles groeit uit een schede

tot het ooggroen ontluikend wit
ik zit hierop te wachten
verwondert in gedachten

op deze schamele herfsttij
rose groot en loos verloren
dag te zeggen in het grijs

vrijdag 27 november 2009

Zwarte spiegels

Bomen die hun wortels zijn vergeten
staken stram af bij de grijze hemel
boerenerven delen zwart in de contouren
eilanden van gedurig spiegelen elkander
tot hofvijvers van dit kleurloos land
niets breekt door de stilte van suf gedempt
gemoed dat eerder nog de watertoevoer regelde
staakt nu in schatplichtig kwetteren
van de koolmezen die verscholen in de laatste hoop
bestrijdt het ontoelaatbaar dicht gewas
verlevenden waar anders dood
gedrukt
de klamme adem van de grijze nevel heerst

donderdag 26 november 2009

Langs de weg

Waar je volwassen van wordt is autorijden. Snelwegen vormen daarmee een overlevenskans. Je leert je sneller ook afvragen of met achterwege laten niet he beter afgaat. Remlichten zijn bewezen stoptekens. Negeren leert de vangrail deuken met als kenteken de fatale afloop. In de tijd genomen ga je sneller, sterker nog versnellen: vanuit z'n één optrekken gasgeven schakelen hup 2 3 4. Met een beetje geluk vijf. 80 90 100 etc met gemak. Iedere wikkte streep 3 meter en zo hectometers verder een enorme klap. Jammer nu, dat je dat niet kunt navertellen hoe razend stil het in je eentje werd. Nooit op je strepen staan. Iedereen achterlatend stilstaan bij je oogstelende rijvaardigheid. Waar niets mee bewezen is. Geluk bij een ongelijk is dat je voor eeuwig fietsen bent. Missen in die zin van snelheidsduivel, ja misschien. Maar meer nog de twijfel over de noodzaak; vandaar.

Middendijk - bijvoegelijk vergezicht

Overspoelt door winderig weer
nogal dik aangezet gezwollen

wolken wijken trager op
het betraande oog


scherper door de venijnige
wit uitgebeten lichtverzadigde lucht
in dit weke blauw waarin zij bleek
uitgebeeld naar grijzertinten verlangt

spreidt een nieuwe kam

kroon doorluchtte velden
de kop aan de kim ontegen-
zeggelijk machtig weer op

steeds graziger verlangend
lager zon verlicht is rosé
haar gezicht einder starend
-
hoe verdicht de regen kil een kleed verweekt dat in mist het oog onttrekt aan grauwe kiekendieven die nauwgezet de scherpe kanten van het land afgrazen eerder loom ontstegen door aalscholvers die de tijd vertragen rond het gierend stuurwiel waaraan de koers opnieuw bepaald wat er verder oplicht in het verschiet ontstolen aan het doorakkerend versnellen van de grieven tegen brakend zwart tanende tijden ijlings verstreken dat straks mosgroen met kiemen
-

de winter inziet van graan
dat oogstramend gewin in de lente
laat vergeten hoe koude streken
van het winterleed met afweer
werd bestreden door lichtbeelden.

_________________-
toen de zon nog rees
tot een hoog flauwekulgehalte
aan gebrekkig heden. :-)
De camera dicht er dan ook iets geheel anders van:-)
2009/11/25 17:17:11.1
Compressed RAW (12-bit)
Image Size: Large (4288 x 2848)
Color
Lens: VR 18-200mm F/3.5-5.6 G
Focal Length: 42mm
Exposure Mode: Programmed Auto
Metering Mode: Center-Weighted
1/500 sec - F/11
Exposure Comp.: 0 EV
Sensitivity: ISO 500
Optimize Image:
White Balance: Cloudy
AF Mode: AF-C
Flash Sync Mode: Not Attached
Auto Flash Comp: 0 EV
Color Mode: Mode III (Adobe RGB)
Tone Comp.: Auto
Hue Adjustment: 0°
Saturation: Normal
Sharpening: Auto
Image Comment:
Long Exposure NR: Off
High ISO NR: On (High)

dinsdag 24 november 2009

De stut

In rechte staken eeuwig groen
doorlopend zoeken hoe zand
bedekte termen in naalden
gezet mij belet de weg te kwijten
die ik uitschold voor zoek

nog jong gekapt belast tot dragend
krakend signaal in doorzakkende
schachten gaf sein rood omwille
van de kompels zo met de dood
voor ogen uit de voeten konden
komen dankzij deze spaartelgen
uit het verder groot en ledig woud


staan resten nu loom en lommerrijk
zelden nog door nut bewezen schoon
nu zuchtend kreunt onder hemelse gewelven
de kronen breekt in stormgeweld

waaruit ik me tracht te redden
verblind door neerslag en verstuiven
van wat ooit nog dreigde met vaste voet
te treden in de sporen van dit eeuwig vervlogen
geweld van de verstoven gronden
die uitgeput hier zijn vastgelegd

maandag 23 november 2009

Op drift

Naar mate we steeds verder weg varen
raken wij het spoor bijster dat ontstaan
niet meer is dan voortschrijden over wateren
dat in het kielzog niets nalaat dan vergeten
hoe een behouden vaart iets laat weten
over thuiskomen in waar we uit voortkomen
zijn of veel eerder al zijn geweest

zondag 22 november 2009

Het Oosterhuis

Hij bedenkt nooit wat wat niet al eerder is bedacht
ik kreeg hem in de schoot geworpen met volmondig ja
onbegrijpelijk veel woorden waar hij heil in zag
ik ook eventjes het licht en god waarnam
tot ook hij van zijn geloof af viel met mij alleen
hij bedacht nooit wat wat niet al eerder bedenkelijk was

zaterdag 21 november 2009

het overspel, de langste tijd

De langste adem
een wereld om op te teren
steeds meer hoog bevlogen zijn
met mensenrecht gelijkvormigheid nastreven lijken als teveel
op elkaar de kanibalen met één
moedertaal die niemand verstaat anders dan ontwaken zonder het hiernamaals
om van de illusie te bekomen die is
vervlogen van de beminde onbekende
de stille vernoot om uit liefde
op gevoel geblinddoekt bij te dromen
twee werelden die in alle stilte bij elkaar komen

vrijdag 20 november 2009

klinkhamer - gedicht

Omwille van het rinkelen
de oorbellen voor de schellen
van de ogen geen gezicht

een zwijgplicht van de tongriem
gesneden op de maat van de muziek
hier klinkt het door de nagels

op de kop gezeten tot het klopte
een gesmeed van jewelste hielp
een handje toen de naden

tot kieren gedicht weer
licht beviel als reepje
ontluikend vergezicht

was goed uit de achterzak gered

schoon schip met lege vellen
bladspiegels voor het oog
vooropgesteld een taalteken
onleesbaar op het eerste gezicht
een ononderbroken streep
dit alles op schrift gesteld

een kassabon voor het leven
keerzijde v'n totaaloverzicht
van alles wat aangeslagen is
wordt grif afgerekend met de pin
die goed gezet is afgelezen
dieper zit dan dat het schade
aangericht op m'n spijkerschrift

Aangericht

Soms bedenk ik me een hand
die aan zichzelf geslagen zoiets
als een elegante balpenmoord

zinnen die de ogen uitsteken
woorden die om zeep brengen
wat eens gewoon schoon

schotschrift heette

kokende beweringen die toevertrouwd
aan het schavot hardop lezend
op zoek naar de hoge heerlijkheid
het hart doorboren met een halszaak

donderdag 19 november 2009

Beleidend lid

Het water moet weg na al die regen
de akkers maagdelijk wit maar wel
gelegen diep doordrongen van't lot hoe afschot wordt verkregen in't verhang van afgestoken zachte zijden
waarlangs de schouwplicht werd verricht
met het oogmerk om wintergraan te oogsten

dinsdag 17 november 2009

Aan het gas

Atmoterroristische procedures zijn een culturele aangelegenheid
die voortkomen uit gasextremisme

treden in een specifieke klimatologie
naar voren onder bedreiging van de menselijke eco2logie


Vrij naar Sloterdijk

maandag 16 november 2009

Niet uitgeweken is niet ontwijken

Ze was er weg van, zeer geraakt.
Getekend voor het leven.
Ze trof het ook om zo open en bloot zichzelf prijs te geven. Ik heb haar daarop nog even binnenste buiten gekeerd.

Het trof ook mij, ging me aan het hart, hoe geweldig in een andere betekenis, uiteengereten mag heten. Geluk bij't ongeluk was de vluchtstrook een laatste uitwijkplaats om nog enigszins herkenbaar plaats te nemen uit deze levensloop.

Een zoektocht naar een winterslaap
zeer stekelig, een eeuwig onderkomen.
Die wielen maken indruk na afdruk van zovelen, die hun leven er voor geven. Ik zag het bloedend aan en heb het opgegeven.

zondag 15 november 2009

verwerkworden




spijker ooit op de kop,

de geschiedenis
van zijn is
worden

het voorland van is
is zijn bevestigen

zaterdag 14 november 2009

Handwortel beentje gelicht


Het allerbinnenste steeds
meer naar buiten toegekeerd
alles als gesneden koek ontleed
leert hoe de folklore klinkt
met denken aan het mijn
vertrouwde zelfbeeld veilig
te bezitten wordt steeds meer
een oude afgeleerde grammatica
tot op het bot ontleed
In de waarheidvindende
ziedende hersenpan

vrijdag 13 november 2009

Verrekijker, kostbaar bezit


I
Ik heb me staan vergapen
aan te verre horizonten
goude linten rode draad

alles stond tentoon gesteld
geen vuil woord was te ontleden
of ging gespeld nat daarvan

zonder weerga was hier sprake
zondermeer niets onvertogen.
zon zinnig ronduit geschreven

de ondergang een rood geval
zoals de nacht valt bij de kimme
werd ten lange leste eerst gedicht

II
sombere wolk in vuur en vlam gezet
een uitgelezen moment te luister
de laatste stonde dag verlicht

werd geen vuil woord meer gerept
zo duister viel me zwaar ter aarde

aanhoudend zwijgen ook verplicht
gekoesterd zwart en onbegrepen

dichterbij zijn miskent talent
weerspiegelend dit zelf inziet

schijngestalte bij maan verlicht
gouden regen die in 't water viel

waarin ik vrolijk verder liep
fraai en stralend vergezicht

woensdag 11 november 2009

taal nergens meer naar

Alles taalt naar volzinnen,
alleen gedicht maakt het
er iets breekbaars van.
Zo worden woorden dunner dan water
en loopt het alle andere kanten uit.


De leegte spreekt mij tegen
maar voor de rest is het wel oké.
Er is dan ook niets mis
met in zeven sloten lopen,
je houdt er alleen
een nat pak aan over.Het regende die dag dat deze foto bevlekt het licht zag,
waaruit een nieuw hemellichaam ontstond.



Erger is het gezever in de regen,
dat meer gezeik geeft in de drup
dan de tegenvallende woordenschat.
Die verneukt het leven schenkt,
aan al die breekbare zinnen.
Om te beginnen uitend
in de mondvol,

afgebroken tanden.
Met hinder van maagdarmkanaal

spuitend uit divertikel
onophoudend meuren uit de bek. Verrek
wat krom gesteld: De pen als een vehikel,
slechts in staat tot spuien
van het woord voortvloeiend
uitrollend terstond de wereld rond tolt.

dinsdag 10 november 2009

In ZW leven

Wortels worden de aarde
uitgeschreven bedrijven
in een universum
de liefde met woest uitgedoste
bladeren opverend uit grijs
schimmig licht

augurken doorbreken alle dimensies
in gedaanten van ruimteschepen
onthullen de anatomie
in handwortelbeentjes

een laatst geoogstte koolrabi staat
eerbiedig op zijn bladstelen
het einde van de tijd te preken

bananen spelen half ontbloot
erotiserende vruchtlichamen
sparrenappels liggen heerlijk
strijkbelicht opgerezen stijf
geslachtsdelen te spelen

vagelijk onthullen zich
de contouren van het vrouwelijk
achterlijf in begeerlijke peren
een ramp voltrok zich uit
het schedeldak omgeven verenpracht

er was een uitbeeld figuur dat
strompelend de plaat uitloopt
omringt met stralende lichtharpen

nauwkeurig werd alles bijgehouden
op de huid van de figuratieve kerfstok
er kroop een rood weeskind in
zwart wit naast loopkevers uit
het mos in maanlicht waarmee

een enorme knolselderij
zijn rommelige wortelvoet
dreigend als meteoriet
waarna tot slot van deze
doorbladerende vingers
uitgemeten werd in een duimstok
met afgepast een krullend meetlint


----------
Jirí Stach

maandag 9 november 2009

Hij kijkt zo terloops-schierbeek

toch kort en krachtiger nog
die lettergrepen waarin hij
mij behield voor weglopen
uit zijn woorden verdubbelend
gelicht zie ik de tederheid
zitten in eenvoud gedicht

Praten alsof het gedrukt staat- vd Graft

dol gedraaid in zoveel zinnen
hoorde ik de uitspraak aan
woorden traag als water
dat geen uitweg kent
anders zijn dan slepend
geslepen las hij voort
oorlogsakkoorden
die verborgen leefden
leven in zijn stemming
kent hij ze door en door
in honderden geschreven
in duizenden te luister
in één enkel gedicht

Geen kledingstuk in bedekte termen....


....er valt ook bijna niets aan te doen

ze hebben dan ook niet veel om het lijf
om het je aan te trekken

te mager voor woorden
te dun in die zin

dat bijna uitgeschreven
maakt hongeren naar meer
iets wat je bijna niet dorst

uit te spreken

terwijl een kind
onder je handen
sterft

De deur versleuteld tot gedicht


Uit eindelijk ben je slechts
een bovenkamer die alleen
zichzelf toebehoort
zonder deur of ramen

sponningen die niets omsluiten
kozijnen gapend in de muren
beslecht tot luisterende oren
met name die

nimmer uit zichzelf
komen uitgesloten
opdat niets
op slot kan

zondag 8 november 2009

Mistig


Een landschap bedolven onder vragen
raakt steeds meer het spoor bijster
ontkomt bijna niet meer aan de woorden
waaruit blijkt dat het wordt opgeheven

de einders verdwijnen in alle richtingen zoek
geen heil valt meer te behalen uit de ooghoek
die verborgen nog een restant ruigte bevatte
waarin links met rechts wordt ingehaald

met veel politieke dadendrang beschreven
hoe voor het algemeen belang de boel
moet worden opgeheven in de vaart
waar dit volk al achterhaalt geen weet

van heeft maar wel voor het vaderland
doodleuk vergrijzend verder voor de sier
uitgeleefd met wat vroeger waardevol bleek
blijkt nu vergeven in het ontwerpatelier

Sinds ze gevallen is


Kruist ze haar eigen wegen
afbladerend lot van kost
verdienen werkt ze
haar benen uit de kont

een armenbestaan zoveel
ze kan bemint door vege lijven
geen troost bieden kan
langer dan per omgaande
een telganger zijn ega kent
uit angst gemist te worden

een voor een maar vaker
nog een voor het kind dat thuis
uit haar schoot eet

zonder dat de man weet
dat zijn zaad verschoten
hij geld wegsmijt
voor nog een gezinsleven
waar hij het liefst
geen weet van heeft

Vrouwen van de wijs


Ze gaan een toontje lager zingen haar
krijgt een andere betekenis lichtgrijs
benadert een toekomstbeeld dat scheelt
zo bijgesteld hormonen tijd verdrijven

geen spijt maakt deel uit van de vruchtbaarheid
een paringsdrang van de vergankelijkheid

met spijt vertrekt rimpelloos de achteloosheid
van de jeugd een deugd die menig vrouw omgeeft
gekleed naar de tijdgeest vreest zij dat deze haar
weer ontkleed in een naakte waarheid

die spiegelend haar oog uitleest
zoals een man alleen maar weet

zaterdag 7 november 2009

de ingereden eikel is een kop in het zand

Nee, ik blader altijd snel door, als er weer geschreven wordt
over de teloorgang van het woud.

De verwachtingen waren
de laatste jaren toch al
niet zo hoog gespannen
met redden wat er te redden
valt. De druppel op

de gloeiende plaat was wel
het spelen van financieel adoptieouder. Maar tevens
de ene die de emmer overliet
lopen van verdriet.

Hoe men ook ziet dat geldelijk
gewin gewoon de strijkstok heet
bij plan. Het schaadt mij niet
een mening te hebben voor de buis. Omdat het goedkoper is,
dan een petitie tekenen.
Waarvoor ik erop uit moet.Warmer wordt het toch ook met stilzitten, al mijn energie is ook eerder al gaan zitten in een actiefront.

Daarbij moest ik het zuur bekopen met hechtenis, toen bleek dat compromiloos smeeken de kosten voor de baat liet met gebruik van dope tegen alles wat fatsoenlijk was.

Ik mag van geluk spreken tegen iedereen, met zeker weten,
dat ik mijn tijd zal uitzitten,
of met wat ik heb gehad.

Van vreemde zin ontbloot

O, god open toch uw poorten
en zonder slag of stoot
weken haar dijen uiteen
gelijk massieve hemelpoorten
gedreven en ontbood haar
schoot mijn ogenschijnlijk
prille nood te ledigen
hetgeen Zij bood was puur
genot gedreven zang door
het onderkomen van de dood
een kruisboog kil en groot
waar in het steen gehouwen
de aanblik lag besloten
hoe goed genageld ook
een zoon als enige geborene
voor eeuwig verankerd aanzien
genoot hoog boven het koor
verheven beuken van het glas
in lood gebroken geel en rood
tot purper toegelaten regenboog
van iedere schoonheid ontnomen
naakt betoog van moederszoon

vrijdag 6 november 2009

Heilsoldaat

Zijn leven lief dat was hij niet zoals je ziet
zijn alle geslachten aan de orde van de dag
een schemerzone in de schermutseling verdriet
aanstonds wat afzijdig van het hard gelag
dat de cultuurgek nu eenmaal schenkt
krenkt iedere haar die daaraan denkt


Te vuur en zwaard met wat bezwaard godswoord,
loopt de legerleiding te hoop op het heilig kwaad.

Waar Nederland steeds meer gedicht bebouwd,
water aan de lippen staat met wat verstoord.

Niets meer met ontgroenen vandoen, alles nalaat,
met de licht ontwapende soldaat die zichzelf verstout.

Uitgezonden kinderen zijn, uit het vergrijsde avondland
zitten achteraf gebakken, peren met gekneusd verstand.

Uitgezwaaid, weer overgelaten aan hun eigen lot
kindloos, maar overvol, het land hebben aan de zot

die thuis veilig uit handen geeft. Maar geen schedeldak
de boom het onderkomen biedt, een strop - de tak.



________________
*uitgezonden (omwille van het geloof)
- van deze homeopaat is geneeskrachtige werking niet bewezen :-)

Fatima Jacaline manadarijnen

O mierzoet netje mandarijnen
geurend oranje zachtrode lijnen
binden in alle kleuren samen

de kinderklanken die ik hoorde
ondervonden schoon verstoorde
verstilt bezongen vele namen

in heldere toonsoort avondlicht
van een lieftallig kindgezicht
'n godswonder onbevangen ondervond

de deurmat bekledende kindervoet
popelend in lantaarnvrolijk gemoed
mazen brekend die de vrucht bond

donderdag 5 november 2009

Goh amper bericht

GOed inGedikt in Het vel
mag ik zeggen wat ik wil
kind zijn is mijn levenslied
maar wat een strop
een kogel in mijn kop

zo goed vertaald
werd mij dat oortje aangenaaid
wat opgelegd was als familielid

zo dubbelop dat opstandig lied
waar ieder toontje opgewekt
een beeld naliet dat lopend
wat bewogen een traan naliet
hoe welbespraakt de dood

te vuur en zwaard besproken werd
alles bestreden wat dwars zat

hij vlammend wars en geestesziek
de manie in de bol op hol geslagen
alles op een hoop op de loop ging
met zijn oordeel op de zelfkritiek

wat hebben we gemist nu blootgelegd
het woord met daad en drang beslecht
de schaduw zwicht door hem belicht
nu zachter inkt het van zwartwit wint

DICHTERS

_________________________________

Zij die hart horend
of het stom verstonden

Mensen die het riet lazen
of het juist niet konden
maar wel weer neerbuigend
meezongen met andersgebekten

vals zongen zoals op de snede
die opgelopen tijdens oogsten
de zachte hand verwondde
met onomwonden knakken
van de bloeiende halmen

pluimen schenkend aan degene
die uitstekend uitgelezen waren
of toch liever de brand erin
omdat vuur aan de schenen
nu eenmaal aarde verschroeide

op het stoppelveld lopend nog
geloofden dat pijn de barre voet
gaande weg genezing schonk
voor wie verwond of juist
verwonderd het woord verslonden

maar toch
tot lentekinderen verheven
frisgroen met licht spelend
het rankend loof aankonden
zien en horen hoe voorjaren
uit verschroeide aarde groeide
verwondering puttend uit het diep
dat spiegelend nieuw leven schiep

jaar najaar weer
uitgebaggerd raakten
tot de blanke wortel
voeding zoekend

de taal van aarde
in hun schede vonden

_________________________________

notenbalken

______________________

Gelijk de noten op het schrift
bungelen mijn bedachte knijpers
als één gedicht voorwerp te wezen
hun zijn in tijd geheeld gebroken
onvolledig in vervluchtend leven
soms parelt een druppel eventjes
om aan te geven hoe geluk verluchtigd
wijl dat een glimpje licht omspeelt

dinsdag 3 november 2009

De schoonheid open - baren

De drukkunst lag nog voor de hand
met van de perse gaan van kennis
dat alles nog uit één stuk was
lag in de rede van de vele regels
opgebaard kwam in blankaart gebracht
het leven samenhangend voor mens en dier
met planten van zijn gedachten op papier
is hij bedolven in de Westerkerk
vereeuwigd tot heruitgegeven delen

maandag 2 november 2009

En het woord zwoegt voort

Gebonden staan de korenschoven
aan een gedicht de nieuwe oogst
zaailingen dit jaar zijn dun gezaaid

de aren mager uit de halm gespeld
dorsen maakte het schamel deel

geen goed woord bleef voor het brood
gestoten uit de mond de kraamde

dit is ongehoord zo schraal de troost
bij het pletten al bleek meel meer

schamel dan de droogte nog het stof
opwaaiend meer neersloeg dan toonde

zondag 1 november 2009

nummers zeven tot getallen

De wachtkamer is wat tochtig
eens kraamkliniek nu voor vertrek
gereed en in gericht voor opvliegers

het zuiden trekt of oosterwind
laat zien dan overwinteraars
altijd opnieuw beginnen te zingen

waar de grond hun bodem biedt
tot voedsel uit de aarde

of uit stervensnood geboren
een troosteloos doodse aanblik
van de verrekijker
die geen horizon meer inziet.

Het kon niet (uitblijven)



Naar menselijke maatstaf ben ik gedicht
een overspeelde hand maar, geen gezicht
de mondvol woorden waar ik geen gat in zie
tweemaal O, staat volmondig in het midden
van zinnen die de deugd graag voorbidden
dat leven nu eenmaal is maar dan wel met wie?

ik verkies een leven op de snijtafel na de dood
opdat met het ontleden van mijn leden uitvergroot
het de wereld toont dat mijn vlees en bloed
falend deel- en breekbaar was groot als goed

Leenwoordje

De mondjesmaat.
-------------

Scheepgaans uit de haven
vangt het kabbelen aan
de lucht bedenkelijk trekt

om voor de wind te gaan
zijn mondjesmaten nodig

hun lot bezegeld in een zeegat
waar geen ontkomen aan is
met een venter die het heen
en weer bevaren niet verleerd

scheepsladingen te gelijkertijd
aan lager wal weer lost

met vele handen licht werkt
maakt zo helder dat de nacht
ervan in tweeën breekt

één voor slapers
de andere als dijklichaam
vol klinkers de vuurtoren veelt
waar de handelsgeest gedicht
goed uitgerust voor anker gaat

boven alles uit de lichtboei
speelt tijdens wantij om te dollen
nabij de dukdalven met veilig
schrijfgerei om mee te roeien:

waar voor pampus ligt het IJ
dat een woestijnschip onderkomen biedt?

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Blogarchief