gelijk het mierenspoor omhoog
ontelbaar leidt tot bijster
een knak in mijn gedachten

doordat gebroken nanachtelijk
uur waarop de richting zoek
ik tuur in afgezaagd clichê
hoe onmogelijk nog de groei
verzaagd in afgestompte zinnen
omwille van het laatste genoten
goed gekozen luisterend loot
dat hoop put uit gezaaide twijfel
weet in kiezen waar gezekerd wordt

vluchtweg in dunne lijnen
uitgeschreven op het oog
enkel lezen wie nog dorst
als om de haverklap weer
op de korrel ik mezelf oogst

zo schrijft mijn hand
in vertrouwen neer
als uitgesproken zin
hier weer de hoop
dat iemands woord
mijn blad omslaat