ik was ® wat uitgesproken over geraakt. Over waarde; wie niets waard is kan waard worden wie waard wordt kan alles worden

woensdag 31 december 2008

Eerst de zonen

de offerande was een hard gelag
een zoon maar liefst besneden
god weet wat hij wil vanuit zijn braamstruik

toonde hij de toorn die ook zoutpilaren naliet
verder te leven maar kinderen zijn dan ook geschikt
als bloemen op de vaas tot sterven
de ouders kromme tenen en de rug
die gerecht was en hun dochters laten de wezen
leren hoe de paradijspoort een bloedbad is

gepredikt door de geletterde geest van Schriftgeleerden
pluizend in de profetische baarden
naar wat voetvolk omwille van de vrouw
haar lijf te laten vereren met haar bloed-
bad om vergeving
op het lijk van het mannelijk geslacht
die omkwam vanwege het toeval
in haar ongestelde aanwezigheid

haar kleed aan flarden haar lichaam
schaamrood naakt uit een gereten
tot het vlees van haat
waar zij eerst nog kinderen uit baarden
ze waren nog niet overtuigt
genoeg met wat ze troffen aangericht voor't aangezicht
van hem die alles goed vond
uit zijn naam door enkel heren
die voor lul zichzelf uitsparen

dinsdag 30 december 2008

de wand

Je richt het in als een gegeven om geluid te weren of het zicht te breken waar het op uitkeek voorzien van wandbekleding of behang waarop een leven was neergestreken onbedoeld waarvoor de wand was opgezet werd het ook een toekomstbeeld uit het verleden met nergens nog een laatste teken wat daar aan de wand was gesteld.

Het heerst wat in de keel

de pauze is aan het woord
waardoor ik de stilte hoor
voetgeschuifel verstomde
kelen schrapend niets konden
dan klanken in slikken
in koor van de gevouwen handen

de pauze is aan het woord
met alles wat mij niet stoort
dan ogen die opslag van zwijgen
elkaar doorboorden zoals het hoorde
klonk eerder al de schop
knarstandend in het zand
de laatste spade in de grond
dof klonk ook het antwoord
uit de diepte weer omhoog

de pauze is aan het woord
dat als enige wat daarbij hoort

Want niet in alle stilte heerst de rust maar de onmacht van het zwijgen

in de dankbetuiging voor ontvangst
verlieten de eerst genodigden als laatsten

zij wie het langst op de achtergrond
van de pestvogel een vrolijk deuntje
konden dulden als geschenk van god

maandag 29 december 2008

Baarmoederlijke nonsens

langzaam vervagende letters tot leestekens
een lichaam in de verte tot uitroepteken
met een explosieve lading omgordt

gestold tot bloederige punt.
een stip om uit te wissen vanwege
godsdienstige redenen de traan
die god naliet aan moeder

zij die dit kind ooit baarde
de tijdbom aan haar borst
een granaatappel die zij zoogde
melk de zoete afdronk van de dood
haar barensnood beviel goed
van zeven moorden!

zondag 28 december 2008

Het wad gedicht


Hoe ben ik nooit genoeg

stijlloos alleen
maar vormconcept

voor de wereld een land aan flarden
of erger nog voedselbron verstrikt in webben
dat schijnt de zin te zijn voor dit voort bestaan
pal naast de kathodische vlucht van anionen
uit de samenleving
slechts dienend voor wad
uitgekookte rust
of vage vergezichten in het verschiet
van stervenden aan landhonger

bevrijdt mij van die schijnzekerheden
dat naast slijk ook wetenschap schijnt te zijn
dat mij een veilige thuishaven geeft
die de Eems me nu eenmaal heeft ontnomen

ontzeg mij niets meer
dan overspoelbare delen
een natje en een droogje op zijn tijd
waar ik zo graag opzit pootjes te geven
of wadend met geen enkel vergezicht
voor ogen al spelenvarend
voor mijn welzijn dat me zelfs
weleens misleidde

tot een mooi gedicht
zoals je nu als zeegat
van de zuiderzee nog
vindt voor landrotten
ingericht

zo wens ik niet wadje te zijn
voor schrijverschap met droge voeten
of grapje van de zeetuin boven zandvoort

zaterdag 27 december 2008

haar dijklichaam is plomp
verloren als een vreemde eend
rond een kustlijn om te zoenen
als boulevard voor zandpieren
tegen verzilten in slijk aangelegd
met veel uitzicht op teveel
paal en perk aan wad
wordt er daar gesteld

verliest alras de waarde
van wat in het verschiet
het wad niet verdient
met indammen van land
aanwinnen is verloren

Flat screen

als bezetenen naar de beeldbuis staren
omdat dat nog leven na de dood geeft
de dag vergeten in onwaarschijnlijk
oppervlakkige diepgang naadloos
in het verdrijven van de tijd
die uit verveling toch al niet
beschikbaar bleek
vervult raken van dromen
geselecteerd uit puur verdriet
een oorlogsverleden aangepraat
gekregen die men anders niet
bezit dan uit het programmaoverzicht
niet in staat tot overleven
is het enige gegeven

woensdag 24 december 2008

Nog maar een kransje afgelegd

al sta je met je wieken
nog zo hoog verheven
half in de mist te malen
ben je toch gelijk een waterrad
die met zijn slagen
bakken water moet halen
met de stroom mee stom
dronken geslagen
leg je het loodje
tegen een praatpaaltje

op een heen en weer weg
waar zo lekker snel
je zwijgend jezelf onthaast
tijdens het inhalen
blijkt al met al hoe uitzichtloos
vergeven tijd voor nabestaanden is



dinsdag 23 december 2008

poëzie is voor de straatarmen
zij die bedelen om geluk
met een woordje genoegen nemen
als vlucht een enkele reis
naar nooit terug maar toch
weer gratis afreizen
naar de kilte van het nu

-
de slechtbedeelden zij
die mager nog in geest
het leven alleen maar zien
als welvaren van vlees
dobberend op onbehagen
dat weelde etaleert

-
de echte kansarmen
zij die alleen maar verrijken
in de kunst afkijken van de heb
een diepe zucht van krijgen
waar liefde uit ontbreekt

zo blijkt - maar - goed genoeg
niet meer is dan het gedicht
gespeld voor armtierigen
en armlastigen van weelde

Een strikte noodzaak

met taal gesponnen vielen er snel gaten
in de woorden die we aten als konijnenvoer
vermenigvuldigden zij tot paren, een plaag

waar vele ogen naar konden staren hoe-wel
verdicht de sluier werd gelicht die ontwaarde
hoe armtierig weelderig ontwaarden is

met kerndeling bleek al snel slechts
eigenwaarde een leegte vol opgedoekt leed
een mate van spinnerij uit hovaardij
liepen zij bedacht in zinnen zij aan zij
zichzelf te verzekeren van een beeld
dat toekomst heet maar niet veel scheelt
van het woord uit bij wijze van spreken
niet gelogen maar geslecht

als metafoor met ieders gelijk
een tegendeel bewees waar langzaam
aan leestekens verschenen

die de samenkomst tot horten en stoten
verried dat paren niet hetzelfde betoogd
als de kaalslag in gevoelswaarde gedicht

zondag 21 december 2008

Bernlef

maar wat ontwaarde je het eerst?
Toen je tot inzicht kwam, genezen:
Uit het duister trad.
Je gezichtsvermogen het goud
van de zon weer waard was.
Het was op het heum, zo lommerrijk
verheven. Waar de zee geen vat op had
gekregen. Maar de naam wel liet kapen
door een broeder. Al was het daarmee
geen verloren zaak.
De plaats waarvoor heen de warven
werden gehouden. Met ijzeren ringen
bekleed de misdaad aan de toren werd
gesmeden. Daar is het gericht verloren
met een terechtstelling van een dode.

Haar lichaam werd tot pulver afgelegd
omdat de dood eenvoudige reden
dat zij haar hand aan zichzelf had overspeelt.

Voor zag jij dat al toen je ogen konden inzien
nadat het duister eruit weggenomen werd?

alweer opgestaan

blijkbaar was ik een ander toen er werd gebeden
ik lag daar maar zo raar uitgestald in wezen
mezelf van een zerk af te lezen er stond:
een reden, meer niet dat was genoeg.

Met een duwtje naar beneden en hup
zand er over het was ook geen gezicht
toen ik even later opliep met genoden
zij die verdroten om mijn verlies

ik heb luidruchtig nog me neus gesnoten
maar baten mocht het niet met het geloven
dat heengaan onherroepelijk is op je retour
dat is ook maar wel alleen
met leeftijden gepaard en geenszins
uit de dood ontwaakt met grafschennis

ik werd daarom veroordeeld voor de tweede maal
het trof mij zoals de dood je anders ook raakt
om te zien hoe levenloos ik wederom
moest zijn geboren in moeder aarde

ze sprak me dan ook vermanend toe
dat om de tijd te doden het verboden is
om dat in haar schoot te doen

gelukkig was ik al ontdaan
van vlees en bloed en hoorde
zo dan ook geen woorden
dan het stof dat uit mijn botten
doet beseffen dat ik eerder al
hard achteruit ben gegaan

zaterdag 20 december 2008

kringlopen in lineair verband

Zelf ben ik maar de drift
op de fiets die door genen
aangedreven en drijft tot
aansporen in versnellen
waarbij ik achterwege blijf
als ondenkbaar raar concept
gereduceerd tot schakeltje in
de kettingreactie waarmee ik fiets

in kenneljke staat

op het gerief van de banken van lening
met bankroetmoppen behept
landen zachtjes de heren op het pluus
grimlachend achter hun welvoegelijkheid

ontslagen van de plicht om mee te delen
wat hun is aangedaan met opstrijken
van het velen met geduldig zelfverrijken

staan grijze kaaskoppen gewiekst
als schandpaal genageld met straf
gelaat hun nobele gevoelens
te etaleren in veel te duren kleren

met staatsleningen worden hun schulden
in onschuld gewassen en geïnd
terwijl de krijtstreepjes in pakken
afreizen naar de brandende zon
wordt afgezien glimlachend even de bonus

al smelten tegen de betaling de pensioenen
uit ervaring opgebouwd met spaarzaamheden
van stofbijtend arbeidend laagland
dat tot ongerief zichzelf verheft

spreekwoordelijk in gerief van welgestelden
is iedereen in tijden van verwarring aangeland
door de klimaatveranderingen die nog popelend
te wachten staan achter hoge bomen
die vergeten wind weg te vangen
met allemaal omgevallen kronen

voor de wind gaat slechts de regen
en de drup die iedere spaarvarkentje wast

vrijdag 19 december 2008

in over-leven-s-moe

stralend kan het altijd klaren
zittend in het tegenlicht
van het ochtendgloren
gelijkend een fontuin
spuitend uit de naden
van de harde werkelijkheid

ik heb een levensdoel gevonden
bij toeval in het nauw
gedreven, nou wat overdreven
het voelt voldaan zo gezonden
als door de lieve heer

een roeping in voldoen
eindelijk wordt levensmoe
iets dat met overleven
mij herschiep terwijl
ik in een noodkreet riep

het is volbracht bleek
net een nieuw begin
met gadeslaan van verval
een wonderbaarlijk geval
hoe de graad van ellende
zichzelf uitkeert met geld-
wolven in mamonsgebed

de passie preken over lot
en leed waar aan zij lang-
zamerhand zichzelf aan-
slaan en godgeprezen
aan kapot gaan in hun kleren
kast van streepjes pakken

de fijne snit en andere shit
wegrot uit hun vermaledijde
ogen de wereld weer bevrijden
die zij kaalgevreten achterlaten
in ontboste werkelijkheden

met in de gaten slechts hun puin
die hoopvol stemt dat op hun kaal
geslagen schrale kruin het dunne gras
kan wuiven als op een jonge blonde duin

donderdag 18 december 2008

zo-op't eerste gezicht

de brillenmaker en de glazenmaker troffen elkaar op het oog
van de ontmoeting met elkaar in een bootje bij de rietkraag
hij had flink voor zijn kiezen en zij met delen behoorlijk hoog
zitten al fladderend door het een en andere facet maar traag

speelde zij ook met zijn gedachten hoe in 'n frame te vatten
dat een scherpe blik gevangen niet leidt tot opgespeld gaan
zitten op kussen waarmee je dan mooi mee opgezadeld
door bezatten hem tot in detail haar geslachtsapparaat
kon laten beroeren eerder dan nemen van de kuierlatten

die knokkig en uitstekend geleed haar in 'n knieval velt
of erger nog ter bevestiging de kop gesneld vergaat
zo als je het hoofd met liefde kunt laten verliezen
terwijl je meent gewonnen uit de strijd tussen liezen

slechts jeukend betracht in naweeën van ei afzetten
opdat niemand nog in 't nageslacht je kon beletten
toen hij met de bril omhoog naast de pot ging te pissen
zich liederlijk bezopen in deze libelle kon vergissen

woensdag 17 december 2008

Spelen met water

zijn wij
met ophouden
van water
nu
provinciaaltjes
of globalisten?

dinsdag 16 december 2008

Fietze'

Tussen alle letter-
en regelgrepen in
begrepen bekneld
geraakt stond hij
in een vermoord
verleden uit
te lezen na een
gezet punt

Meewaardig stond
woord voor woord
bewezen vrees
hoe een einde
jaarsuitkering
'n goede afloop
schenkt in't verschiet

maandag 15 december 2008

van zijn tijd

De wereld uit
Vergroten tot hij
Gelijkt op wie ik

Ben een mens

En wees

Jezelf gelijk
De enige die

De enige alleen
Die heeft wat

Dat anderen ontberen
Want hij die alles

weet heeft
nooit gelijk

zaterdag 13 december 2008

hier wel

geteld zit ik hier uit te wijden
hoe god zijn schaapjes telt
het paradijs voor ogen stelt
over lam en leeuw uit te weiden

dan komt de vrede op plaats
rust vliegt een sluipwesp
die vang ik af zonet en kaats
de bal terug, sjor aan m'n gesp

tot uit-benepen de maag beknelt
een zeepbel hier de schepping velt

op kleine schaal illusies tot groot gemis
moord ook een vorm van overleven is

vrijdag 12 december 2008

Verstokt

ik heb de man gekend, die naast mij zat,
als Lazerus. waar dat dan ook op slaat.
in de stront met veren die hij op had.
gestoken door beminden, zoals 't gaat.

de val, de bank, het ongemak; het stak
hij, die voor zichzelf had, een harenpracht.
dat wonderwel vanzelf ontstaat, nu strak
in het pak, voltooid, de stomerij verwacht.

met dromen van de laatste wijnvlek,
in zijn nek, uitgezogen op kosten
van zijn broodheer, door de hoer.
waar hij, als uitschot, leek op veevoer.
was dat de doodkus. maar ook verlosten
van welvaart, zo belandend in de drek.

de ongeschoren werkelijkheid kwam van pas.
net om de hoek, toen het genot hem uitbrak.
zijn kot bleek schuldenlast, uit de eerste klas.
toen hij nog kredietwaardig was; het stak;

niet onder stoel of bank waarop hij zat.
maar meer de dwang van het bevel,
dat hem weer hield om, als zijde wat,
op straat te scharrelen in z'n kippenvel.

vrijgezellig was voor de crisis, het circus
wel, gepast voor kakelbont en kuikendons:
om, getrouwd met geld, de elastieke lus
als knel te strikken; het hulpfonds.

zondag 7 december 2008

het moet gezegd

leven is als springveren in een oud matras
uitstekend in verlies aan veerkracht
opvallend ook hoe slijtplekken daar
verwacht bewijzen wat onaangenaam
riekt steekt met alles laten rusten
het zuchten hoorbaar doordringt
in de vergeelde spermavlekken
nieuw leven uitgezouten in het zweet
de ziektekiemen uit de tijk weg vreet
weet - gelet het vochtgehalte -
ieder bodem waarop men vocht verloor
leek moe gestreden - vervlucht - waterbed

zaterdag 6 december 2008

in alle rust

zoveel stilte in mijn hoofd
dat ik het ruisend aan kan
horen hoe de rust uit breekt

zonder dat een geluid uit-
breekt anders dan een stem-
loze toon in toom gehouden
achter mijn slijtvast rotsbeen

ik alleen kan horen tot stomheid
geslagen het voorrecht
dat mij mag overkomen
zenuwslopend ruisen
wordt sluipend fluitend

hoe meer ik er op let
hoe sterker het geluid
het zich dat aan trekt

Volkstalen

Tussen het hoofd en de koning
ligt een heel volk in taal geklemd
vastgezet tussen parelend wit
in de regels alles over- leven

liefde in beginsel tot de dood
beminnelijk in al die zinnen
spelend met de oorlel van de tijd
om met spijt omgeven strijd

in een ommezien postuum
in het krijt te staan met moeder
aarde die haar telgen delft
aard van loten van dezelfde stam

_______
de één dood gestreden verslaafd aan leven
de andere dodelijk verslaafd uitgestreden
daar tussen de regels in geen ruimte zag
lag opgebaard de nonsense die is beleden

donderdag 4 december 2008

druk in 't hoofd

in links fluit 't aanhoudelijk het uit
met rechts een tik slechtst malend
met de kaak komt het goed uit
dat kopzorgen die een eigen leven
leiden met wat er onder de leden
zit met dubbele dwars verbanden
tussen de oren waar van tevoren
nooit de hersens van hoorden
lijdt geen twijfel zoveel dan verveling
aan de tijd die daar aan besteed
doet vergeten dat men leeft
toch zit het dwars het nekt
hoe gek ook de bek trekt
dat de stilte er uit is weg
geslopen waar het hoofd
op hol geslagen het kwijt is

dinsdag 2 december 2008

overvloed

En De man die wat te vertellen had
is Gewoonweg heen gegaan
een heelal als speelplaats
verkozen voor het tijdelijk wezen
een Kielzog van leed
liet hij verdiende sporen
na morgen ebt het tij
zijn sporen ijlings na liet
in tijd wat je meeste mist

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Blogarchief