ik was ® wat uitgesproken over geraakt. Over waarde; wie niets waard is kan waard worden wie waard wordt kan alles worden
woensdag 30 januari 2008
En maar aankaarten
was ik eigenlijk boos
boos op mij boos op jou
omdat het lijntje te lang
bleek omdat het lijntje
van pas was omdat
er zoveel tegenzinnen
zonder weerwoorden waren
omdat jij gewoon verzweeg
ik verstomde jij domweg
ik stil terug sloeg
het was wel uit
het was er wel
uit om andere reden
maar wou niets zeggen
over mede leven
met gewoon zeggen
hoe het gaat
of liever wanneer
of wanneer het niet gaat
mogen praten met zeggen
en schrijven met vragen
helpen met luisteren
uit de put
uitgeput
met spijt
betuigen
met tekort
geschoten
woorden die er wel toe doen
toe deden op z'n minst
met tussentijds dat duwtje
zeg verzet je eens in lastige uren
doorhoren doorluisteren
het had gekund zomaar horen
met afspreken hoe het ging
met oplappen uit de lappen
mand met ommantelen
eruit komen
ik moest het even kwijt
nee ik was het al kwijt
maar vond het weer
alweer terug van weg
veelbelovend geweest
________________
op de keerzijde stond een klein aapje
dat paste goed met uit de mouw
maandag 28 januari 2008
In een verwrongen tijdsgewricht
kraakt het zoals het knikt
van ooit en beter toen
uit kraakpanden opgericht
vanuit de episode dat
de één als lid voor lul
voor de fanfare uit gesneld
werd om in te halen
bestierde heel het mannelijk deel
vanuit het vrouwelijk perspectief
en door de vagina geschapen
alleen maar duidde wat de vrouw betrof
en zij alleen maar componeerde
hij spelend op zijn fluit
naar haar pijpen danste
maar dan heden te dagen
vrouwen lopen voor lul
te spelen in hun man-telpak
vergeten dat zo velen
niet veel meer is dan een kerel
rekel van het andere geslacht
waar zij zo onopvallend voor viel
is nu voorval van vooral
uiterlijk heden seksloos wezen
dan zo gaarne behept
met penisnijd zichzelf uit speelt
in leiding geven tot een paragraaf
waar zij eerst boekdelen van las
gelast ze nu slechts vrouw te zijn
is schaars geklede vrije tijd
_______________
controvesioneel verwilderd perspectief
Kardinaalsmuts
de giga pixel van de megafoon
luidkeels met zichzelf behept
door vriend en vijand overstemd
staat hij versteld als stemband
lid van het maatschap red
gezever uit de drek
want tijd heelt slechts
ten dele alle wonden
wij gaan gerokt door't leven
omgeven van de weelde in gebed
bewierookt zo niet beneveld
godsvruchtig maar ontuchtig
benijden wij de jeugd haar habijt
voorzien van maagdelijkheid
van knapenkoor tot knapenschennis
schoppen wij stennis in ontsteltenis
als monniken bekapte nazaten
van een eens bekoorlijk geslacht
vrijdag 25 januari 2008
één oog opslag dood
alleen maar staren, weet ik god
mag weten wat, zo vleselijk zot
beklijft met wat ik vond, van mezelf.
Zo zachtaardig als het kansspelen
blijft leven, in veel te grote lijnen,
alleen steken in mateloos vervelen.
Alsof je tot in eeuwigheid kunt deinen,
(met het velen van het mijne tot het Zijne.)
Alles delen om het samen zijn te weten.
Een gokje , dat hiernamaal hoog verheven
boven mij, is blijven steken in één grote leegte.
Wat met plicht plegen leidde tot ontsteeg, te
hoog opgehemeld. Dit aards nietszeggend even;
waar Hij een oogwenk zag met weer vergeten.
Drie persoons
voor alle glans
die er af was
en zat in zak-en as
boven op gaan zitten
maar dat is het dan ook
niet helemaal
want over vissen
gesproken blijft het
zelfs als het er over
gissen gaat
het schoot niet op
uit eindelijk heb ik
mezelf overhoop
geschoten
donderdag 24 januari 2008
Uitgescheurd*
In hoofdzaak vast en zeker groot gemoed
Ik breng u onbelastbare zaken op ‘t geluk
In voor en tegen ook spoedig opgelicht
Raakt het uw beursgang; een kwestie van blaas
Ontlast dan met groeikracht uw eigenste vrucht
Nooit ondoordacht met zo zeldzaam dit leven
Dit kleinood uit uwer schoot het gansje bevrijdt
Een kakelvers eitje gelegd in een noodweer
Een scheurtje van eerder op smalst ooit gezegd
Nooit meer een ander dan wat mij ook bevreest
Even terloops genomen als zaad van het kwaad
In genot van de noten als peulvrucht zo groot
Die weekheid van delen met cellen ten spijt
Of mooier in wezen en kind van zijn tijd
Op afroep met liefde zo ter nauwer de nood
In passen en meten door indalen geneest
Tot wasdom van blasto- wat vager of -meer
Heliotroop dit mierzoete wensen met geur van vanille
Eertijds nog in groen jaspin belegde vlekjes zo rood
Tot windstille kalmte vanuit ontgiften ontstaan
____
* Alsof je definitief afgezworen ** uit een raceauto stapt.
** etc :-)
Verdwijnpunt
te weten hoe stralend
deze dag moet zijn
geweest dat leest
zich uit in schaduw
beelden onbeleefd
ik zag haar aan
zo weefselrijk
maar toch die armen
uit de mouwen
gestoken zo het stak
bedelden ze alles
bij elkaar genomen
het sfeerbeeld lachte
naargeestig in een echo
locatie waar ik naar
streefbeelden zocht
het werd allengs stiller
om mij heen geslagen
verbijsteren sloeg
nergens op en ik
verdween gewoon
dinsdag 22 januari 2008
De laatste strohalm in Agrostis
met do’r ’t gras bladeren in fioringras
wist ik heel haar wezen uitgedrukt in het betreden
vertaald tot creeping bent waar zij valt uit te lezen
graslanen vol heeft ze voetstoots beschreven
stilzwijgend groot geoogst trilgras door smalle sporen
omgeven in het schaduwgras met het ijzersterk
wortelgestel telkenmale weer herstelt
om vooral geen indrukken achter te laten
die zij zo gaarne liet op korte blaadjes
die we determineerde als klein liefdegras
wat hier niet thuis hoorde wat haar niet stoorde
waar zij ook vergaat tot evenbeeld
tot voetprent die indruk maakte
op het zandpad dat ze zo onverwacht betrad
en weer vergat dat schreden voortgaan
zonder geweten zo we wisten van zilverhaver
veel later zag ik weer fiorin aan voor nevelgras
wat stoorde in het droogboeket haarfijn
maar licht beroerd met overreden
herinnerend het stroomlint als stijfstruisriet
dat ruisend mij de nabeelden liet hoe oeverloos
toch in ochtendnevel parelend gewoon
de ijle bij de voordeur bleek zwenk dravik
zomerbeelden die wij weggaand deelden
met zoveel eerder neer vleien in de helm
of op de wederik die ook met ons knikte
maar hoe kon ik toen weten dat bochtige smele
onder pijnbomen haar gezichtseinder eerder tooide
tot zachte aarde waarin haar humus zich bezingt
(wisten wij veel dat we alle namen al benoemden)
woensdag 16 januari 2008
opmaat voor een ander
zacht wuivend kuierde ook een ander
ergens stond een grafrede af te lezen
vlieren staan er zeldzaam in te wezen
maar torsen taxussen meer weelderig
op sommige plaatsen neigen twijgen
treurbeuken naar de herinneringen
dreunend tot een oeverloze boompartij
van ellenlange uitgesproken regels
netjes uitgedost tot afscheid nemen
er werd ongemerkt een toon gezet
voor nabestaanden bij deze valkuil
kinderhandjes werden tot gebarentaal
verstomde mondjesmaat in opspraak
in de regel met regen op die dag
waar de zon scheen in het water
dinsdag 15 januari 2008
Wat god beroert
horensdol van al dat bevrijden
uit het goede bevlogen lijden
op gebroken snaren van de tijd-
geest leeft razend voorbereid
onafgebroken de hoop der treden
steekt de roltrap door'n hemelsgat
dat heet gesmeerd door god
verleden in roest uitgebeten
de toekomst in het verschiet
een strokarton verpakking
om 't niets dan dakloos wezen
maandag 14 januari 2008
bagattelen tussen oorlogslijden
hoor nu toch eens hoe geld ontwaard'
uitgegeven in berlijn met goed dunken
hoe mooie jongens naar vrouwen staarden
bandeloos rijker gelijkend een amerikaan
waar alles niets dan minder kostte
maar ik was zestiger van jongstaf aan
gelijkend twintiger die eerder hostte
in tijden van toen nog in rook opgingen
zonder kankeren met vrouwen tenover
bevrijdt van mannen uit oorlogstijd
want je moest ze afslachten al voor ze zich verhingen
om er vanaf te komen werd het gezag steeds dover
zodat de zonen het van vaders over nemen konden
spoorslag verdiende kadaverklappen die ze verstonden
Kijk bevlekt
zo smakeloos perfect in het beleven
ik was dan ook met haar begaan
"mevrouw u lekt"
is haar bijna niet aan te geven
ze sputtert toch al tegen op de kont bekeken
ontkent, hoewel bevlekt, het schaamrooddeel
waar achteraf bezien zij mee wordt vergeleken
een orgastisch lustorgaan maar wel téveel
het toonbeeld hoe alles toch weer periodiek
kan blijven steken op het oog van zij die dit beleven
een uitvloeisel van alles wat een mens bezit
als vloeibaar wezen niet verwond maar ook niet ziek
toch ontkent als op de maandlast om mee te leven
hoe bij toerbeurt _mannelijk of vrouwelijk_
men gevraagd de maagd verprutst tot één stijf lid
zoals zoiets
vanuit verleden naar 't heden
met wat ik vergat, dat was, ik gewoon zat
hoe ik wist met zeker weten
vergeten,nu, nog één slotregel verzinnen
woensdag 9 januari 2008
de uitgeleende es goed uitgesproken
liet zich raden in dit tegenlicht
waar aarde en hemel paarden
en ik werd gesticht of opgericht
dat maakte zoveel verkeerd
als afkalverende oevers
de vegetatie vaart er wel bij
niet zo letterlijk natuurlijk
maar even en de scholver
verder en platter ook niet
wat verlegen om de vis
was glad vergeten hoe
die at maar ach de aal
een aatje minder ging al
ginder eerder aan de haal
Iemand op het spoor
niet altijd zoals het hoort
twee ogen hoog
verheven boven
alles wat je ziet
soms schijnende punten
dan weer gebundeld licht
dat weer afhankelijk
of je door de wolken breekt
zo ben je een stralend ver
gezicht met oponthouden
de eindbestemming dat is
zeker een hard gelag
voor nabestaanden
die werkelijkheden staven
___________
dag spoorloos wezen
ik droomde onbewaakt daar
nog over vannacht
van hoe en waarom je klaar
zou komen maar wist ik veel
van hoed en rand dat altijd regen
weert van het gezicht maar ook
de ogen doet versluiken
dinsdag 8 januari 2008
verloocheningen
hij zit in mij omvangrijk wezen
domweg op een strootje te kauwe
hij kan ook wel tegen een stootje
zelfs lachen als ie dit zou lezen
in wezen opperwezen hij
maar zoals ik zei ziet zij
mij daarbij zo goddelijk niet zitten
m'n ego voor lul en blijft maar fitten
maar hij daarin tegen is uitgelezen zoveel beter
en komt klaar uit haar per strekkende meter
maandag 7 januari 2008
Alles
wist zij veel teveel
met haar uitgebeende deel
ze verspreidde ook zover
ze kon niet dan smachten
stille nachten jaren lang
zij was dan ook niet meer
dan ooit niet meer nooit
een nachtkaars ook
met enige dromen
is het ook goed
uitgekomen maar
boterzacht
de vervulling was op de achterhand
een nooit ontvangen verhuisbericht
waarop langs de oevers strandde
een dood gewone zaak ze brandt
nog steeds kaarsjes naar ik hoop
toch een goed jaar om mee te beginnen
wie weet komt haar geliefde nu eindelijk
binnen is alles voor niets meer vreemd
zoveel zijn er al voor een ander uit geweest
woensdag 2 januari 2008
dinsdag 1 januari 2008
II novi ridge
De vergrijzing lijdt alleen maar
aan zijn eigen witte schimmel
aan de horizon
hun hersenschimmen waden
in sompig moeras
waar het eens welvarend was
Zij spelen langs de vormvast
langs de waterwegen onuitsprekelijk
in hun botenvloten met boter
op het hoofd en overbevolken
alle luisterrijke buitenwegen
tot verweten wit uitgevreten
buitenwijken
Zandkastelen voor zandhazen
en ze kunnen zowaar toveren
onder hun handen veranderen
lommerrijken tot kommeroorden
bejaarden
naarstig bevolken ze overwinter
plaatsen ingericht als concentratiekampen
bij de zuiderzon
hun lot bestempelend als uitgesloofden
zij die meer lijken dan ze zijn met uitzonderen
de nieuwe rijken vormen thans het oude zeer
wat rest zijn boekverslagen waar
met noeste handarbeid beleden werd
hoe het veel alles wordt
ja inderdaad de huidige adolescent
schrijft het allemaal over
beknopter beter en weer goed
I Tot de dood er op volgt,
Uitgeraasd maar vaker uitgekankerd
te hoog geschoold vitaal gerekt
met beursopties of golfen op de randen
van de omgeploegde natuurwaarden
van hun eeuwige grazige jachtvelden
hun metgezelle leeftijd genieters
met te krappe beursen uit de doorzonwoning
vallen het allemaal stralend maar verpaupert
tegen
al bijna met z'n allemaal stof de aarde
met ontstoffen tijdens aderverkalken
roerloos onaangetaste vrijheidsbeelden
van het twintig jaar gerechtig overleven
en zien hoe onachtzaam neergekeken
ze worden door hun eigen kinderen
ze leven nog als opgewarmde lijken
in te ruim bemeten levensruimten
waar iedereen de zin is van ontgaan
hoe twee wereldoorlogen door hun
overwonnen zijn tot koude oorlog
waarna alles zo globaliserend het bejaardendom
steenoud laat verbijten
ze sterven dan ook niet af
maar verweren slechts hun tijd
de nadaagse afbrander
ze lusten er geen brood van, een strop
zo dit in kleurendruk weggelegde zooitje
ongenoegen uitgeteld voor miljoenen
ik veeg hier stront van mijn schoenen
aan de milieuverordening zit 'n plooitje
in schaarse tijd van krap bemeten ruimte
god zij dank brak met het uitluiden
een stammenstrijd uit zeg afrikaans vuurwerk
bloedlezen is ook in rook opgegaan maar daar
wordt hier niet zo mee gezeten dan alleen sterk
gestegen energieprijzen die meer pijn opleveren
dan betaald wordt met het filerijden
achter elkaar aan de familie verblijden
met geluk wensen uit delen aan ja
wie weet wat we nu weer uitvreten, ik ga
me maar te buiten aan luchten wat ik zie
met velen van de vraag toch weer voor wie
Over mij
- ®
- Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.
katalogieën
- Abnormatief gekader (3)
- andersoortigsloven (3)
- Dood in de pot (3)
- gevogel (1)
- godsgeklaag (12)
- in de wolken vrienden (5)
- klad - block - nood (2)
- LeTtErPoDiUm (1)
- lukraakstad (2)
- nieuwsgaren (1)
- noordpolderzijl (7)
- ode wie ode toekomt (17)
- opsmuk (7)
- schotschrift (1)
- Sentiero degli Dei (14)
- Spelen met water (4)
- spin nieuwsgaren (11)
- te gek van woorden (2)
- te gek voor woorden (4)
- Uit-gerookt verleden (2)
- Verneukt (10)
- Whale Wars (1)
- wolkenmassa (3)
Links ter rechterzijde
Blogarchief
- ► 2009 (378)
- ▼ 2008 (156)